Securimed derde betaler
  • Eerste tariferingsdienst van derde-betaler voor geneesheer-specialisten en tandartsen
  • Nazicht van de verzekerbaarheid van patiënten
  • Juridische bijstand in geval van vervolging door de DGEC (Dienst voor Geneeskundige Controle van het RIZIV)
  • Opvolging van betalingen door de VI

Artikel 17 § 12 van de Nomenclatuur (radiologie) : de soms miskende verplichtingen

31/08/2009 by admin

Artikel 17 § 12 van de Nomenclatuur (radiologie) bepaalt :

§ 12. Om te mogen worden aangerekend, moeten de verstrekkingen die zijn verricht door een geneesheer, specialist voor röntgendiagnose, aan de volgende voorwaarden voldoen :

1. Zij moeten zijn voorgeschreven door een geneesheer die de patiënt in behandeling heeft, hetzij in het kader van de algemene geneeskunde, hetzij in het kader van een geneeskundig specialisme met uitzondering van de radiologie, of wel door een tandheelkundige die de patiënt in behandeling heeft in het kader van de tandverzorging.

Het voorschrift dient te beantwoorden aan de modaliteiten die hieronder zijn gespecificeerd.

2. Op het voorschrift moeten worden vermeld :

– de naam en de voornaam van de patiënt;
– de naam, de voornaam, het adres en het identificatienummer van de voorschrijver;
– datum van het voorschrift;
– handtekening van de voorschrijver.

Het voorschrift dient een explicitering te bevatten van de diagnostische vraagstelling naar de radioloog toe, en aan aanduiding van het gewenste type van onderzoek.

3. Van het onderzoek moet een schriftelijk protocol worden op gesteld en bewaard.

Dit protocol dient gestructureerd te zijn als een antwoord op de diagnostische vraagstelling en de verantwoording in te houden van de gebruikte technieken en procedures.

4. Op het getuigschrift voor verstrekte hulp moeten de naam, de voornaam en het identificatienummer van de voorschrijver vermeld staan. De verstrekkingen die zijn uitgevoerd n.a.v. eenzelfde voorschrift moeten gegroepeerd zijn op het getuigschrift voor verstrekte hulp.

5. De radioloog moet de voorschriften twee jaar bewaren. De voorschriften moeten chronologisch worden opgeborgen op basis van de datum waarop de verstrekking is uitgevoerd. Ze zijnter verificatie eisbaar, zelfs buiten elke enquête, door de Orde, de Dienst voor geneeskundige controle van het Rijksinstituut voor ziekte-en invaliditeitsverzekering en de gerechtelijke instanties.

Een dubbel van het protocol dient samen met het voorschrift te worden bewaard.

« K.B. 25.2.2003 » (in werking 1.5.2003)
« 6. Betreffende de verstrekking 450192 – 450203 mag de uitnodiging door de organiserende overheid gelden als voorschrift. Deze uitnodiging moet de naam en de voornaam van de patiënte vermelden, en de datum van het versturen. In dit geval zijn de punten 1, 2 en 4 niet van toepassing. »

Commentaar :

1. Aan alle voorwaarden moet cumulatief voldaan zijn alvorens de radiologische verstrekkingen in rekening gebracht mogen worden : de verordeningen van de NGV zijn van publieke orde, deze verplichting is bindend.

Anders gezegd, indien aan een enkele van hen niet is voldaan, de verstrekking niet geattesteerd mag worden – en zijn waarde dus nul is (de differentieel niet-verschuldigde waarde berekend voor de niet conforme verstrekkingen zou in dit geval gelijk zijn aan de totaliteit van de terugbetaalingswaarde van de NGV codes).

2. De radiologische verstrekkingen moeten door een geneesheer voorgeschreven zijn (of een tandarts) bij wie de patiënt in behandeling is : dit veronderstelt, dat voorafgaand aan het voorschrift, een (tand)arts- patiënt relatie bestaande is (ten minste een raadpleging).

Het enige geval waarvoor een patiënt die niet in behandeling is bij een (tand)arts in aanmerking komt voor radiologische verstrekkingen is massaopsporing (bijv. Brumammo).

3. Het voorschrift van onderzoek dient ondertekend te zijn, en niet het protocol (de radioloog moet echter wel « identificeerbaar » zijn – cfr advies van de GTR in het News van 14 oktober 2008 De radioloog moet het protokol niet ondertekenen).

Het voorschrift moet het RIZIVnummer van de voorschrijver dragen.

Zij dient, vanzelfsprekend bovenop het aangevraagde type onderzoek een explicitering te bevatten van de diagnostische vraagstelling naar de radioloog toe, dwz klinische of diagnostische gegevens.

4. Het protocol dient gestructureerd te zijn als een antwoord op de diagnostische vraagstelling en de verantwoording in te houden van de gebruikte technieken en procedures.

Deze voorwaarde is onderhevig om in bepaalde gevallen moeilijkheden te veroorzaken, met name in geval van herhaaldelijke onderzoeken ; de DGEC lijkt echter niet (al) te hameren op dit formalisme.

5. De radioloog moet het dubbel van het protocol samen met het voorschrift gedurende twee jaar chronologisch geklasseerd bewaren : een alfabetische klassering, en a fortiori de bewaring in het medisch dossier van een connexist of van een polikliniek zijn dus uitgesloten.

6. het GVVH afgeleverd door de radioloog dient de naam, voornaam en identificatienummer van de voorschrijver te vermelden.

7. Opgelet voor artikel 17quater § 4 ! De geneesheer specialist die geen radioloog is en verstrekkingen van medische beeldvorming verricht zonder de patiënt in behandeling te hebben moet de voorwaarden van artikel 17 § 12 vervullen :

« K.B. 26.3.2003 » [in werking 1.4.2003 (« K.B. 22.4.2003 » + Erratum B.S. 29.4.2003)]
« § 4. Om te mogen worden aangerekend en vergoed moeten de verstrekkingen die zijn verricht door een geneesheer-specialist, andere dan een geneesheer-specialist voor röntgendiagnose, voor een zieke die hij niet zelf in behandeling heeft, voorgeschreven zijn door een geneesheer en voldoen aan de voorwaarden zoals voor de geneesheer-specialist voor röntgendiagnose vermeld in artikel 17, § 12.
De echografieën van het abdomen en/of het kleine bekken in het raam van het toezicht van eenzelfde zwangerschap mogen door een vroedvrouw worden voorgeschreven voor een patiënte die ze behandelt in het raam van de verstrekkingen inzake verloskunde waarvoor haar bekwaming vereist is. »

1 Comment »

Cervicovaginaal uitstrijkje : toelichtingen van het RIZIV

25/08/2009 by admin

Hieronder vinden wij dienaangaande de tekst van de RIZIV brief daterend van 28 juli 2009.

Vooral het volgende dient ervan te worden onthouden :

1. Met ingang van 1 juli 2009 dient men enkel nog in kalenderjaren te rekenen.

2. Het KB is niet retroactief in die zin dat patiëntes die in 2008 en 2009 meerdere uitstrijkjes hebben ondergaan de overtollige niet hoeven terugbetalen, waarbij het meest recente uitstrijkje, gerealiseerd vóór 1 juli 2009, het kalenderjaar bepaalt waarin het volgende uitstrijkje zal worden terugbetaald. Dus, de « meterstanden worden niet gereset » op 1.7.09, vermits de VI rekening houden met uitstrijkjes gerealiseerd vóór deze datum !

3. De tabel figurerend op pagina 2 van de RIZIV brief laat toe om gemakkelijk te bepalen wanneer het volgende uitstrijkje zal worden terugbetaald. Vreemd genoeg spreekt het RIZIV van « facturatiejaar », terwijl het logischer zou wezen om uit te gaan van het realisatiejaar (hetgeen geobjectiveerd wordt met de zin : » De referentieperiode die voor de toepassing van die nieuwe bepalingen in aanmerking moet worden genomen, is dus het jaar van het laatste uitstrijkje, van het laatste cytopathologisch onderzoek dat aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging is gefactureerd…« )

4. Behalve bij gekende en trouwe patiëntes verdient het zonder twijfel de voorkeur om contant de honoraria voor het uitstrijkje af te rekenen (114030), dwz dat in 2009 dit neerkomt op… 4,72 euro.

5. Het in rekening brengen – bijv. via RDB – van een niet terugbetaald uitstrijkje is geen inbreuk omdat de VI niets uitbetaalt !

Download : Toelichtingen RIZIV.pdf

No Comments »

Tien procent van werkende Brusselaars zijn arm

25/08/2009 by admin

(Belga) In Vlaanderen leeft één werknemer op de veertig onder de armoedegrens. In Brussel geldt dat voor één werknemer op de tien. Dat meldt De Standaard donderdag.

Het fenomeen van de « working poor » bestaat ook in België. Het gaat om mensen die een baan hebben, maar toch te weinig verdienen om boven de armoedegrens te blijven. Die grens is vastgelegd op 60 procent van het gemiddelde inkomen en dat gemiddelde varieert naargelang van de bevolkingsgroep; voor een gezinshoofd gaat het om ongeveer 2.000 euro per maand, voor een alleenstaande om 1.000 euro. Uit onderzoek door het Centrum voor Sociaal Beleid (Universiteit Antwerpen) blijkt dat bijna één op de tien van alle werkende Brusselaars (9,7 procent) te weinig verdient om boven de armoedegrens te blijven. In Vlaanderen is het aantal werkende kansarmen veel kleiner: 2,5 procent. In Wallonië leeft 3,7 procent van de werknemers onder de armoedegrens.

No Comments »

SECURIMED verdedigt de belangen van haar leden

09/08/2009 by admin

Elke dag komt SECURIMED tussenbeide om bij de VI de belangen van haar leden te verdedigen : vaak gaat het om banale aangelegenheden die aan de telefoon of via email worden geregeld, andere zijn daarentegen ongewoon.

Aldus stelde een VI onlangs vast dat een tandarts voor vier patiënten eigenhandig OIFNS verklaringen zou hebben uitgeschreven. Op het borderel M38 stond de volgende vermelding : « Retour de 5 ASD car les déclarations de détresse financière jointes comportent la même écriture. En cas d’illettrisme du patient, veuillez le spécifier.”

SECURIMED heeft de vijf OIFNS onderzocht : twee ervan stammen van dezelfde patiënt, en de drie andere van drie afzonderlijke patiënten. Na een telefonisch contact met een verantwoordelijke van deze VI heeft SECURIMED per mail bevestigd :

Nous ne voyons vraiment pas ce qui vous permet d’affirmer que toutes ces SFIOD émanent de la même main, les écritures étant sensiblement différentes, y compris les accents (et même les fautes d’orthographe…). En outre, l’AR du 23/2/09 ne prévoit pas que les OA doivent pratiquer des expertises graphologiques.

Il ne s’agit d’autre part pas de déclarations rédigées par le dentiste lui-même, au cas où le patient en est incapable, puisqu’elles sont clairement signées du nom du patient : la circulaire INAMI figurant en annexe précise bien que le dentiste doit alors rédiger et signer une lettre à l’OA.

Quant à l’encre bleue, le dentiste met sans doute un bic bleu à la disposition de ses patients, dans la salle d’attente.

Vous noterez en outre que les deux documents rédigés par Mme B. présentent exactement la même écriture (ce qui est logique, puisqu’il s’agit de la même personne).

Enkele uren later kwam per email het antwoord van de VI :

Après vérification des documents que vous nous avez envoyés, il s’avère qu’il s’agit bel et bien d’une erreur de notre part. Serait-il possible de renvoyer ces ASD à mon nom (Service Tiers Payant – M. L.) afin que nous puissions les tarifier dans les plus brefs délais ?

Merci d’avance pour votre aide et veuillez nous excuser pour les désagréments causés par cette erreur.

Deze zaak, die zeer goed is afgelopen, werpt meerdere commentaren op :

a) het is dezelfde VI die zich hier boven het reglement heeft gesteld door de handschriften van patiënten te vergelijken als diegene die eerder een « tolerantieperiode » had uitgevonden die nochtans onbestaande is in het KB van 9 februari 2009 (gepubliceerd in het BS op 23/2/09) : de verplichting om handgeschreven OIFNS op te stellen was lastens de patiënt met intrede van 1 maart 2009 en er was geen enkele transitieperiode voorzien ;

b) Deze VI werd hiervoor berispt door de Dienst voor Administratieve Controle van het RIZIV : de vergelijking van handschriften was dus een buitensporige reactie op deze tot orde roeping ;

c) de RIZIV omzendbrief 1210/pvm/2009/OB2 voorziet als volgt :

Sinds 1 maart 2009 dient deze situatie gestaafd te worden door een door de patiënt eigenhandig
opgemaakte en ondertekende verklaring op erewoord, waarin staat dat hij zich in een
occasionele individuele financiële noodsituatie bevindt. Deze verklaring wordt aan het
getuigschrift toegevoegd.

Bij rechthebbenden die analfabeet zijn of geen van de landstalen kennen, werd beslist dat de
tandheelkundige zelf een eigenhandig opgemaakte en ondertekende brief dient te voegen bij het
getuigschrift. In deze brief verklaart de tandarts dat de patiënt zich in een occasionele individuele
financiële noodsituatie bevindt en de patiënt niet zelf de verklaring kan opmaken.

De beslissing van het NIC – zie News van 22 april 2009 :  Positie van het NIC betreffende ongeletterden, gehandicapten en personen die enkel in staat zijn om in een andere dan een nationale landstaal te schrijven (OIFNS – tandverzorging) – is dus, in de feiten, vernietigd door het RIZIV.

In geval van onvermogen om de OIFNS te schrijven dient de tandarts de verklaring niet zelf te maken en door de patiënt te laten ondertekenen maar dient hij een brief te richten aan de VI ; hij hoeft geen specifieke reden te vermelden.

d) Tenslotte dienen enkele woorden gezegd te worden over de « tolerantieperiode » die werd ingevoerd door de VI : SECURIMED verwelkomt een zekere flexibiliteit  in het kader van de toepassing van de bijzonder complexe reglementering.

Anderzijds, is het zo dat, in casu, door zich te tolerant op te stellen de VI aldus een vertekening van concurrentie teweegbracht bij de tandartsen, zij die de zich de moeite getroostten om strikt de nieuwe reglementering na te leven zagen zich benadeeld in vergelijking met hun collega’s die geen enkel schrijven van hun patiënten verlangden !

No Comments »