Securimed derde betaler
  • Eerste tariferingsdienst van derde-betaler voor geneesheer-specialisten en tandartsen
  • Nazicht van de verzekerbaarheid van patiënten
  • Juridische bijstand in geval van vervolging door de DGEC (Dienst voor Geneeskundige Controle van het RIZIV)
  • Opvolging van betalingen door de VI

Voor wanneer ook Tandarts-inspecteurs bij de DGEC ?

06/12/2009 by admin

Als men dossiers op de griffie van de DGEC raadpleegt kan men er het werk van geneesheer-inspecteurs naar waarde schatten, en tezelfdertijd de methodes die ze hanteren betreuren omdat ze volledig achterhaald zijn op wetenschappelijk vlak : hetzelfde soort onderzoeken had ten tijde van Lodewijk XVI gevoerd kunnen worden…

Namelijk, de DGEC dossiers zijn hoofdzakelijk samengesteld uit patiëntenverhoren en « tandheelkundige vaststellingen » opgesteld door een geneesheer-inspecteur zonder tandheelkundige opleiding.

Ware het niet betrouwbaarder om terug te vallen op de diensten van een tandarts-expert – hetgeen de DGEC in bepaalde gevallen doet – of op zijn minst een panoramische controlefoto te nemen (de DGEC beschikt hiervoor over een orthopantomogram) ?

Maar deze methode is vooral totaal onaangepast aan het cliënteel van bepaalde « sociale » zorgverstrekkers : zeer achtergestelde personen, migranten zonder kennis van het Nederlands, toxicomanen, enz.

Het intellectueel niveau en de medische kennis van deze achtergestelde personen – vaak ongeletterden, soms zelfs volledig onbekwaam om zich in een der landstalen uit te drukken, soms toxicomanen – zijn zeer beperkt.

Hoe kan men van een dergelijk patiëntenprofiel verwachten dat, meerdere maanden na de verzorging, de gerealiseerde verstrekkingen door de tandarts in een gebied van het lichaam – de mond – die ze zelfs niet zien, met nauwkeurigheid beschreven wordt ?

Deze personen hebben daarenboven angst – gezien het dreigende oproepingsbevel van de geneesheer-inspecteur – dat hun recht op gezondheidsverzorging opgeschort wordt in geval van « overconsumptie » : ze zullen dus de verkregen verzorging minimaliseren om geen last te krijgen.

Een extreem geval is dat van Fadma M., die geen woord Frans spreekt noch begrijpt, en waarbij de vertaling verzekerd wordt door… een kind van twaalf jaar (sic) !

Dit kind van twaalf uit zich trouwens – net als alle overige door de DGEC verhoorde patiënten – in een Frans dat Baudelaire waardig is met betrekking tot de stijl en dat van een student 3de kandidatuur geneeskunde met betrekking tot de medische woordenschat !

Zonder het werk van de inspecteurs te willen misachten, kan men zich werkelijk afvragen of men ervan kan uitgaan dat dergelijke PV Verhoor de waarheid weergeven ? Is het geloofwaardig dat een kind van twaalf, wiens moeder geen woord Frans spreekt, een dergelijk taalgebruik erop nahoudt ?

Ware het niet eenvoudiger voor iedereen als de DGEC een panoramische controleradiografie zou uitvoeren gezien hij over een orhtopantomogram beschikt of patiënten zou doorverwijzen naar een tandarts-expert ?

Aangaande de tandheelkundige vaststellingen, zo zou men kunnen stellen dat een geneesheer-inspecteur van de DGEC zonder enige vorming in de tandheelkunde, gemakkelijk een vulling (in zijn breedste zin**) vervaardigd uit composiet over het hoofd kan zien.

In werkelijkheid is dat net het beoogde doel van dit relatief moderne vullingsmateriaal.

Als de kleur van de composiet dezelfde is als die van de natuurlijke tand en de vulling de morfologie van het element respecteert, is de tussenkomst van de verstrekker onzichtbaar, tenzij voor een andere tandarts of gebruik van specifieke apparatuur (radiografie, ultraviolet licht***)

Sommige « luxe » composieten van de laatste generatie zijn zelfs helemaal onzichtbaar op radiografie of middels ultraviolet licht ; daarenboven, als ze klein van omvang zijn, zal de tandarts-expert zich moeten behelpen met een loupebril !

Aangaande de geattesteerde vullingen op « getrokken tanden », zo handelt het zich in essentie om een nummeringsprobleem : het is namelijk gekend dat als een tand ontbreekt, de echterliggende elementen mesialiseren***, met dien gevolge dat men gemakkelijk een verkeerde nummering hanteert – vooral als men zelf geen tandarts is.

Men leze over dit onderwerp het News van 20 juli 2009 Over de betrouwbaarheid van patiëntengetuigenissen… en van 24 september 2009 DGEC controle bij tandartsen en composietvullingen
___________
* Het lijkt of de DGEC één of twee geneesheer-inspecteurs gelicentieerd in de tandheelkunde in zijn rangen telt. Eén zulke geneesheer-tandarts, perfect tweetalig daarenboven, Dr Jean-Philippe MOUSSET, voert geen controles meer uit als gevolg van een aanvaring met SECURIMED in 2004… Voor wanneer de tandarts-inspecteurs ?
** Dwz, de caviteitvullingen in strikte zin en de hoek- en kroonopbouwen.
*** Ultraviolet licht wordt tevens gebruikt door valsgelddetectoren : de eurobiljetten zijn bedrukt met inkt die onzichtbaar is voor het blote oog, maar zichtbaar wordt bij blootstelling aan ultraviolet licht…
**** Vaak onstaat cariës op plaatsen die onbereikbaar zijn met de tandenborstel, dwz, ter hoogte van kontaktpunten van naburige elementen. Echter, de heel kleine cariës zijn radiologisch onzichtbaar en manifesteren zich klinisch enkel door een verkleuring van het glazuur : indien cariës van een distale boord van een eerste molaar (bijv.36) voldoende groot wordt om de patiënt te hinderen of om door de tandarts ontdekt te worden, dient deze de tand via zijn occlusaal vlak te penetreren (dus langs boven). Tijdens het verwijderen van de cariës van tand 36 wordt de mesiale wand van tand 37 op zijn beurt zichtbaar en de tandarts kan er een tweede, beginnende cariës ontdekken, die gevuld zal worden met composiet met een oppervlak van maar 1,5mm² ; na de restauratie van tand 36 is de vulling van de 37 natuurlijk volledig gemaskeerd !
***** De tanden hebben de neiging om naar de mediaanlijn te migreren.

Leave a Comment

Please note: Comment moderation is enabled and may delay your comment. There is no need to resubmit your comment.