Securimed derde betaler
  • Eerste tariferingsdienst van derde-betaler voor geneesheer-specialisten en tandartsen
  • Nazicht van de verzekerbaarheid van patiënten
  • Juridische bijstand in geval van vervolging door de DGEC (Dienst voor Geneeskundige Controle van het RIZIV)
  • Opvolging van betalingen door de VI

Over de betrouwbaarheid van patiëntengetuigenissen…

20/07/2009 by admin

Art. 171 van de GVU wet beteugelt strafrechterlijk de valse verklaringen aan een geneesheer-inspecteur van de DGEC : dit laat toe om te stellen dat de verklaringen juridisch exact zijn tot het aanvoeren van het tegenbewijs.

In praktijk kunnen de zaken echter fors verschillen : opdat er sprake zou zijn van een misdrijf moet de valse verklaring van intentionele aard zijn (het beruchte « morele element ») : de vergissingen te goeder trouw, de vergetelheden, enz. worden niet gesanctioneerd.

In het algemeen hebben de patiënten, in het geval van een controle door de DGEC, vaak de neiging de verzorging te minimaliseren, uit angst gesanctioneerd te worden wegens « overconsumptie ».

Daarenboven probeert het merendeel van de patiënten de DGEC inspecteur niet al te zeer te « misnoegen » terwijl deze laatste vaak de neiging heeft om suggestieve vragen te stellen.

Vervolgens, zal dezelfde inspecteur, tijdens het verhoor van de zorgverlener, enkel het meest belastende aspect van de verklaring van de patiënt « weerhouden », wat soms resulteert in een aanzienlijke vervorming van de realiteit.

Het volgende voorbeeld schetst hoe een naar alle duidelijkheid eerlijk persoon – en zelfs zeer welwillend ten aanzien van zijn tandarts – een onhandige* verklaring kan afleggen, die potentieel zwaarwegende gevolgen heeft op juridisch vlak (zie bij wijze van voorbeeld hieromtrent de beslissing van de leidend ambtenaar dd. 9 maart 2009).

Aldus, begint Mevr. Martine A. op pagina 2/4 van haar PV Verhoor van 7 april 2009 te verklaren, dat haar tandarts enkel een tand per zitting verzorgt (« ne soigne qu’une dent par consultation »), nadien dat hij er twee** (!) verzorgt om tenslotte toe te geven dat zij enkel over een dag per week beschikt om op verzorging te komen (« qu’un jour par semaine pour [se] rendre chez [son dentiste])«  terwijl ze veel cariësverzorging heeft ondergaan (« beaucoup de soins de carie à la fin 2008 ») met tandabcessen (« des abcès dentaires »), en uiteindelijk te besluiten (pagina 3/4) dat ze tijdens de periode november en december 2008 van uitgebreide tandverzorging heeft genoten (« en novembre et décembre 2008, j’ai effectivement eu beaucoup de soins dentaires à cette époque »).

In dien mate dat Mevr. A zich enkel een dag per week kan vrijmaken, dat de eindejaarsperiode doorspekt is met feestdagen, en dat ze zelf toegeeft behoefte te hebben aan « beaucoup de soins dentaires », ziet men slecht hoe de tandarts zich zou kunnen beperken tot één enkele tand per dag – dwz, per week !

Als men weet dat de getuige verklaard heeft dat de enige dag dat hij zich kon vrijmaken een dinsdag was, dat 11 november 2008 op een dinsdag viel, en dat de laatste dinsdag waarop de tandarts heeft gewerkt 16 december was, kan men berekenen dat in november-december 2008, de tandarts enkel over 6 dinsdagen beschikte – en dus zes zittingen – om belangrijke tandheelkundige zorgen te verrichten, de behandeling van meerdere abcessen inbegrepen.

Het is dus materieel onmogelijk dat enkel een tand per dag zou behandeld zijn geweest. Echter, tijdens het verhoor van de tandarts op 10/7/2009 stelt de inspecteur zonder nuance : « Cette patiente a affirmé lors de son audition en date du 07/04/09 … que [le dentiste] ne lui soigne en général qu’une seule dent par séance de soins. »

Een ander voorbeeld van het ontbreken van betrouwbaarheid in de getuigenissen van patiënten – vooral als ze lange tijd na de verzorging zijn vergaard  – uit zich in de betwisting door sommigen van de verklaring van financiële noodsituatie die ze nochtans ter tijd en stond hebben ondertekend.

Meer algemeen, de patiënt is niet altijd in staat om de gegeven zorgen te duiden, temeer als deze getuigen van een zekere complexiteit  : de leeftijd en het opleidingsniveau van de patiënt, het interesse dat hij oppert ten aanzien van zijn verzorging zijn hierbij bepalend…

Het is dus altijd aangewezen, indien patiënten de zorgverlener verwittigen dat ze door de DGEC naar hem werden ondervraagd, ze te verzoeken een copie van hun PV Verhoor op te eisen : de DGEC mag hun de copie ervan niet verwijgeren, ook al moet hiervoor soms aan diens oren getrokken worden.

Soms is het aangewezen om eigenhandig een standaardbrief voor te bereiden met de vraag om een copie van het PV Verhoor en deze door de patiënt te laten ondertekenen, en zelf aangetekend naar de DGEC op te sturen :

Naam, voornaam, adres van de patiënt

Dokter….
Geneesheer-inspecteur bij het RIZIV
Geneeskundige Controle van…..

Adres

Datum…….

Geachte Dokter…….,

Betreffende mijn verhoor door U op…., verzoek ik U om mij zo spoedig mogelijk mijn proces-verbaal van verhoor over te maken, opdat ik het kan onderzoeken.

Deze vraag is gebaseerd op de wet van 12 maart 1998 (Wet Franchimont).

U bedankend, verblijf ik met de meeste hoogachting.

Handtekening patiënt
_______________
* dit voorbeeld toont – eens te meer – dat de verklaringen in algemene termen te mijden zijn tijdens een controle door de DGEC !
** « En général, Madame B. ne soigne qu’une dent par consultation, mais la dernière fois elle m’a soigné deux dents voisines. Donc parfois elle soigne deux dents voisines en une consultation. Il est déjà arrivé que Madame B. ait soigné deux dents dévitalisées qui ne sont pas voisines, et la fois suivante elle met une pâte blanche sur ces deux dents en une consultation. »

Download : PVV.pdf

No Comments »

Perdiodiciteit van het uitstrijkje van de baarmoederhals : gestelde vraag aan de GTR

12/07/2009 by admin

Op 26 juni 2009 hebben we de volgende vraag gesteld aan de GTR (Werkgroep Interpretatie van de Nomenclatuur) :

VRAAG

Het KB van 4 mei 2009 (BS van 19 en 29 mei 2009) stipuleert dat te rekenen vanaf 1 juli 2009 de terugbetaling van het uitstrijkje van de baarmoederhals (NGV code 588350 – 588361) met het oog op kankeropsporing – behalve in bijzondere omstandigheden – voor de eerste verstrekking « maximaal een keer om de twee jaar kan worden toegestaan » en enkel « één keer per periode van twee kalenderjaren' » voor de tweede.

Dient men de reeds uitgevoerde uitstrijkjes en onderzoeken vóór 1 juli 2009 mee in acht nemen – dwz, vóór de datum van de inwerkstelling van het KB dat de toepassingsregels van deze verstrekking wijzigt – met het oog op de naleving van deze periodiciteit ?

Anders gezegd, kan een patiënte die reeds een dergelijk onderzoek heeft ondergaan in februari 2009 (of zelfs in februari 2008 !) hiervoor terugbetaling krijgen indien het opnieuw wordt toegepast in november 2009, buiten enige diagnostische of therapeutische opvolging om ?

Volgens de eerste mondelinge uitleg van het RIZIV zou het antwoord op de eerste vraag positief zijn, vermits indien een patiënte vóór juli 2009 meerdere uitstrijkjes heeft ondergaan, zij niet – retroaktief – de overtollige uitstrijkjes hoeft terug te betalen.

De WG Interpretatie zal zich ten vroegste september 2009 over deze vraag buigen.

No Comments »

Een tandnummer aangeven voor een osteïtiscurettage?

12/07/2009 by admin

De NGV code 317052 is welgekend : curettage wegens alveolitis der tandkassen in de maxilla (zie News van 8 november 2008 : Curettage van osteïtis der tandkassen en de regel van de opereerstreken).

Het gaat om een – chirurgische – ingreep uit de stomatologische nomenclatuur, weliswaar door tandartsen attesteerbaar.

Het is dan ook bijzonder merkwaardig dat een VI (135) een GVVH geweigerd heeft op hetwelk deze code geattesteerd was… zonder vermelding van de tand « waarop de verstrekking heeft plaatsgevonden ».

Gezien de kaak beenweefsel is – en geen tand – stelt men zich vragen bij de juistheid van deze afwijzing…

No Comments »