Securimed derde betaler
  • Eerste tariferingsdienst van derde-betaler voor geneesheer-specialisten en tandartsen
  • Nazicht van de verzekerbaarheid van patiënten
  • Juridische bijstand in geval van vervolging door de DGEC (Dienst voor Geneeskundige Controle van het RIZIV)
  • Opvolging van betalingen door de VI

Mag het niet geconventioneerd zijn van een geneesheer verondersteld worden ?

08/07/2014 by Dr R. BOURGUIGNON

VRAAG :

Beste collega,

Ik wend mij tot u met het verzoek om te arbitreren betreffende een geschil over het ereloon supplement voor raadpleging.

Een geconventioneerde of een partieel geconventioneerde geneesheer is ertoe gebonden om in zijn wachtkamer zijn statuut te afficheren ; hij krijgt hiertoe een papier van het RIZIV.

Wat betreft de niet geconventioneerde geneesheer kan ik geen enkele OFFICIËLE tekst vinden waarin staat dat dat men verplicht is om zijn statuut kenbaar te maken (de ziekenfondsen en Test Aankoop beweren dit nochtans).

Bedankt om mij te willen inlichten en mij de eventuele referenties te bezorgen.

Met vriendelijke groet.

ANTWOORD :

Ik denk dat u gelijk hebt en dat geen enkele wettekst de geneesheer de verplichting oplegt om enig plakkaat in zijn praktijk aan te brengen om zijn statuut met betrekking tot de conventie aan te kondigen.

Met andere woorden, het niet geconventioneerd zijn wordt min of meer verondersteld.

Het bestaan van websites van ziekenfondsen – en thans van het RIZIV zelf* – die het mogelijk maken om het statuut van de geneesheer te kennen, toont dit goed aan.

Anderzijds, als de zorgverlener het derdebetaler stelsel toepast moet hij voor de betroffen handelingen het conventie ereloon eerbiedigen.

Er dient te worden opgemerkt dat er twee situaties bestaan die het de geneesheer mogelijk maken om het betroffen ereloon te overschrijden :

a) de bijzonder eis ;

b) inkomens boven een bepaald niveau** (zie hieronder) ;

Nationaal akkoord artsen-ziekenfondsen 2013-2014

8.3.3. Bijzondere eisen van de rechthebbende

Voor de toepassing van dit akkoord worden voor de geneesheren-specialisten de bijzondere eisen van de rechthebbende strikt als volgt bepaald:

8.3.3.1. het ziekenhuisverblijf in een afzonderlijke kamer dat door of voor de rechthebbende wordt gevraagd om persoonlijke redenen;

8.3.3.2. de oproepen thuis, behalve wanneer het gaat om raadplegingen, aangevraagd door de behandelend geneesheer;

8.3.3.3. de raadplegingen voor de ambulante patiënten die op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt worden verricht na 21 uur, of op zaterdag, zondag of op feestdagen. Die raadplegingen vormen echter geen bijzondere eis indien ze kaderen binnen de georganiseerde wachtdienst en indien de geneesheer-specialist om persoonlijke redenen een voor het publiek toegankelijke raadpleging houdt, ontvangt op afspraak of bezoeken aflegt op deze uren en dagen.

Afgesproken is evenwel dat de zieke in behandeling, die verzocht wordt zich opnieuw in de spreekkamer van de geneesheer aan te melden, niet onder de toepassing van de bijzondere eis valt.

In overeenstemming met artikel 8 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt dient de arts de patiënt vooraf in te lichten over de financiële gevolgen van de bijzondere eis die door de patiënt wordt gesteld.

8.4. De honorariumbedragen en reisvergoedingen waarin dit akkoord voorziet, worden toegepast op alle rechthebbenden op de verzekering voor geneeskundige verzorging, waaronder de rechthebbenden die recht hebben op de voorkeurregeling en die zijn bedoeld in de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, met uitzondering van de rechthebbenden die deel uitmaken van een gezin waarvan het belastbare jaarinkomen het bedrag overschrijdt van:

66.708,97 euro per gezin, vermeerderd met 2.222,83 euro per persoon ten laste, als er slechts één gerechtigde is;

of 44.472,16 euro gerechtigde, vermeerderd met 2.222,83 euro per persoon ten laste, als er meerdere gerechtigden zijn.

8.5. De betwistingen met betrekking tot punt 8 zullen onder de arbitrage van een paritair comité worden geplaatst dat wordt samengesteld door de NCGZ en wordt voorgezeten door een ambtenaar van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering.
__________________
* Wet van 7 februari 2014 met verschillende bepalingen inzake toegankelijkheid tot de gezondheidszorgen, K.B. 25.02.2014
** Vreemd genoeg genieten de tandartsen niet van deze speelruimte… men vraagt zich trouwens af hoe de zorgverstrekker het inkomen van zijn patiënt zou moeten kennen… uitgedrukt tot op de tweede decimaal !

Leave a Comment

Please note: Comment moderation is enabled and may delay your comment. There is no need to resubmit your comment.