Securimed derde betaler
  • Eerste tariferingsdienst van derde-betaler voor geneesheer-specialisten en tandartsen
  • Nazicht van de verzekerbaarheid van patiënten
  • Juridische bijstand in geval van vervolging door de DGEC (Dienst voor Geneeskundige Controle van het RIZIV)
  • Opvolging van betalingen door de VI

« Diefstal » van analoge radiografieën door een tandarts die een groepspraktijk verlaat

03/07/2014 by Dr R. BOURGUIGNON

Beste Dokter,

Sta me toe u om uw mening te vragen betreffende de bewaring van intrabuccale röntgenfoto’s in de tandartsenpraktijk.

Een tandarts heeft zijn medewerking met ons stopgezet (unilateraal, van de ene dag op de andere), en heeft daarbij alle analoge intra-orale rôntgenfoto’s die hij gemaakt heeft gedurende zijn vier jaar durende samenwerking met ons meegenomen.

Normaal gesproken maken de radiografieën integraal deel uit van het medisch dossier dat op de praktijk (groepspraktijk) bewaard wordt en kan de patiënt (op vraag) een kopie ervan krijgen als hij wenst te veranderen van tandarts/praktijk.

De tandarts in kwestie weigert ze terug te geven : voor mij is dit diefstal. Is dat juist ?

Bij voorbaat dank

ANTWOORD :

Een groot deel van deze vraag werd reeds behandeld in ons News van 14 juli 2008 met de titel Waar dienen de medische documenten bewaard te worden in geval van praktijkoverdracht ?

De vraag over de plaats van conservering van medische documenten – en dus over de persoon die ze in bewaring houdt – heeft een zeer duidelijke weerslag op het verloop van een onderzoek gevoerd door de DGEC.

Een tandarts verkoopt zijn praktijk : moet hij de tandheelkundige fiches van zijn patiënten meenemen (die de nieuwe tandarts zou willen raadplegen met het oog op verzorging van hen die naar de praktijk wensen te blijven komen) of moet hij zijn archief ter plekke laten ?

In deze tweede hypothese, is het van de tandarts overnemer dat de DGEC zal eisen dat hij de documenten betreffende de praktijk van zijn voorganger ter beschikking stelt !

Op deze vraag is er een begin van een antwoord… een vraag die in september 2007 aan de GTR gesteld werd :

Artikel 1 § 12 van de NGV schrijft voor dat de voorschriften en de protocols tenminste twee jaar “door de radioloog” moeten bewaard worden.

Wat moet er verstaan worden onder “door de radioloog” in het geval van een instelling (bijv. een polikliniek of een groepspraktijk) in wiens midden een radioloog actief is ?

Mogen de beoogde documenten op de zetel van de instelling bewaard worden waar de patiënt het onderzoek heeft ondergaan of moeten ze gearchiveerd worden op het privé-adres van de radioloog ?

Het is inderdaad zo dat met het oog op de efficiëntie en de continuïteit van de verzorging de bewaring van deze documenten op het privé-adres van de radioloog in plaats van in zijn praktijk problemen van medische aard stelt.

Antwoord van de GTR tijdens zijn zitting van 13 december 2007 :

Het voorschrift en een dubbel van het protocol moeten bewaard worden in de instelling waar de verstrekking werd uitgevoerd.

De term “instelling” duidt bij willekeur het ziekenhuis, de polikliniek of zelfs gewoon de praktijk van de zorgverstrekker aan (artikel 1 van de NGV) en we kunnen naar analogie stellen dat de vertrekkende tandarts zijn archieven ter plekke laat onder het toezicht van zijn opvolger.

Dit is natuurlijk niet het geval indien de tandarts gewoon zijn praktijk zou sluiten zonder ze aan een opvolger over te laten !

Echter, wat moet men doen in het geval dat u beschrijft ?

In dien mate dat de Belgische tandarts (nog) niet ingeschreven is bij een Beroepsorde, zijn er drie oplossingen : het RIZIV, de Provinciale geneeskundige comissie (PGC), en… de politie.

Deze drie oplossingen sluiten mekaar onderling niet uit en het beoogde doel is niet zo zeer het terugbekomen van de ontvreemde gegevens, maar om zich « in te dekken ».

Zich indekken ten aanzien van het RIZIV is maargedeeltelijk logisch, omdat de zorgvestrekker uit eigen hoofde eventueel vervolgd zal worden en niet de praktijk ; men dient echter artikel 164 van de VGVU wet in het achterhoofd houden (solidariteit in geval van toepassing van derdebetalers met ontvangst door het tandheelkundig centrum via GVVH mod. F)…

In dit geval zou de klacht bij de politie eerder dienen om een gegeven feit met een zekere datum te laten registreren dan iets anders. Maar het heeft zijn gewicht..

De PGC beschikt, langs haar kant, over meer werkingsmiddelen ten aanzien van een tandarts, en haar aanstelling laat toe om zich goed in te dekken ten aanzien van de patiënten.

We zouden het dus vermijden van het RIZIV te alarmeren, want het is niet werkelijk competent, maar het zou terloops wel een onderzoek naar realiteit-conformiteit kunnen uitlokken…

Er dient te worden opgemerkt dat het probleem zich praktisch niet meer stelt met de digitale apparatuur !

Ook moet men zich afvragen waarom de betroffen tandarts zo gehandeld heeft : bereid hij een ontvreemding van patiënten voor of bereid hij zich voor op een onderzoek van de DGEC dat hij verwacht ? Gaat het om een vergelding ?

Download : Beslissing GTR.pdf

Leave a Comment

Please note: Comment moderation is enabled and may delay your comment. There is no need to resubmit your comment.