Securimed derde betaler
  • Eerste tariferingsdienst van derde-betaler voor geneesheer-specialisten en tandartsen
  • Nazicht van de verzekerbaarheid van patiënten
  • Juridische bijstand in geval van vervolging door de DGEC (Dienst voor Geneeskundige Controle van het RIZIV)
  • Opvolging van betalingen door de VI

Opsporing van neonatale doofheid en RIZIV terugbetaling

27/02/2013 by Dr R. BOURGUIGNON

VRAAG :

Geachte Collega,

Sinds 2006, realisatie van opgewekte OAE (Oto Akoestische Emissies – systematische neonatale opsporing) met vergoeding gevraagd aan de ouders (buiten RIZIV) door de dienst pediatrische materniteit om de personeelskosten te dekken.

Indien risicofactoren (bijgevoegde lijst) wordt het kind door de NKO onderzocht om een OAE te realiseren en/of registratie van opgewekte auditieve potentialen (bij voorkeur AEP om al doende een centrale hypoacousie uit te sluiten).

OAE Code 258296

AEP Code 257795 (volwassene)

AEP Code 258613 (pasgeborene)

De AEP en de OAE mogen niet door de NKO uitgevoerd worden bij de systematische opsporing van neonatale doofheid.

De code 258613 (neonatale OAE) preciseert dat dit onderzoek alleen in rekening gebracht mag worden als de onderzoeken (255076-255080 – Gedragsaudiometrie met verslag, met exploratie van op zijn minst drie frekwentiezones bij een kind, jonger dan 6 jaar) een pathologisch resultaat opgaf.

U zal begrijpen dat dit onderzoek onrealistisch is in de gangbare praktijk voor een baby van enkele dagen oud. Het ziekenfonds Partena heeft de terugbetaling van code 258613 geweigerd wegens het ontbreken van tarifering van de code 255076.

Mag ik u vragen om de volgende tariferingskwesties te verduidelijken :

1/ indien normaal OAE in de materniteit en risicokind (lijst) vervolgens onderzoek door NKO zonder de realisatie van gedragsaudiometrie :

Mag men alleen OAE tariferen (code 258296-258300)

Mag men AEP tariferen (Code 257795 (volwassene))

Mag men OAE tariferen (Code 258296-258300) en AEP (Code 257795 (volwassene))

Mag men AEP tariferen (Code 258613 (pasgeborene)) als de gedragsaudiometrie niet gerealiseerd kon worden.

2/ idem indien abnormaal OAE in de materniteit :

Wat voor bijkomend onderzoek mag men uitvoeren en tariferen ?

Ik dank u alvast om mij te willen antwoorden op deze vragen.

Met collegiale groeten.

ANTWOORD :

Het is juist dat het RIZIV systematische opsporingen van neonatale doofheid via opgewekte oto akoestische emissies niet terugbetaald (« screening »).

Deze opsporing lijkt ten laste genomen te worden – tenminste gedeeltelijk – door de Franse gemeenschap van België, terwijl bepaalde ziekenfondsen het gezinsaandeel terugbetalen…

Als deze test positief uitvalt wordt de pasgeborene naar de NKO doorverwezen en mag de verstrekking 258296-258300 aangerekend worden daar men zich hier niet meer in het kader van opsporing situeert, maar wel degelijk in dat van de oppuntstelling van een risicogeval.

« K.B. 2.9.1992 » (in werking 1.11.1992)
 » 258296 258300 Onderzoek van de cochleaire werking door registratie van de spontane en/of opgewekte oto-emissies K 30

De verstrekking nr. 258296 – 258300 mag niet worden aangerekend in geval van systematische screening. »

Wat verstrekking 258613 – 258624 betreft, zijn toepassingsregel vordert dat eerst verstrekking 255076 – 255080 uitgevoerd moet worden en dat deze daarenboven een pathologie moet hebben uitgewezen :

« K.B. 30.1.1986 » (in werking 1.7.1986)
 » 258613 258624 Hersenpotentialen opgewekt door auditieve stimulatie en/of elektrocochleografisch onderzoek, met protocol en uittreksel van de tracé’s, uitgevoerd bij de pasgeborene K 75

De verstrekking 258613 – 258624 mag slechts worden aangerekend indien de verstrekking 255076 – 255080 is uitgevoerd en een pathologisch resultaat heeft gegeven.

De verstrekking 257795 – 257806 en de verstrekking 258613 – 258624 mogen niet worden aangerekend in geval van systematische screening van de pasgeborenen in het raam van de opsporing van neonatale doofheid. »

« K.B. 2.9.1992 » (in werking 1.11.1992)
 » 255076 255080 Gedragsaudiometrie met verslag, met exploratie van op zijn minst drie frekwentiezones bij een kind, jonger dan zes jaar K 20

Voor de verstrekking 255076 – 255080 is een voorschrift waarin het pathologisch risico op doofheid wordt gespecifieerd nodig van de geneesheer die verantwoordelijk is voor het kind. »

« K.B. 2.9.1992 » (in werking 1.11.1992) + « K.B. 6.3.2007 » (in werking 1.5.2007)
« De verstrekkingen 255010 – 255021, 255032 – 255043, 255054 – 255065 en 255076 – 255080 zijn onderling niet cumuleerbaar. »

Als de verstrekking 255076 – 255080 onmogelijk uitgevoerd kan worden, dan mag de verstrekking 258613 – 25864 niet aangerekend worden…

Anders gezegd, een hypoacousie van centrale oorsprong zal niet kenbaar gemaakt mogen worden door de opname van hersenpotentialen opgewekt door auditieve stimulatie, tenminste niet op kosten van het RIZIV.

Leave a Comment

Please note: Comment moderation is enabled and may delay your comment. There is no need to resubmit your comment.